
Mijmeringen van Mirjam | Het is niet wat je ziet

Mirjam is in de zomer van 2023 met haar gezin van de stad verhuisd naar het buitengebied van Oirschot. Ze hebben een hectare land waarop ze met de aanleg van een voedselbos goed voor zichzelf én voor de biodiversiteit willen zorgen. In deze maandelijkse column in Natuurlijk Oirschot, het maandblad van IVN Oirschot, vertelt Mirjam over haar ontdekkingsreis als ‘groentje in het groen’. Hieronder de column van maart 2024.
Hoe lees je deze nieuwsbrief? Zit je op de bank met een bakje nootjes? Of aan de ontbijttafel met een waldkornbolletje? Of zit je in het lentezonnetje in de tuin, terwijl je de koolmeesjes de laatste pitjes van een vetbol oppikken?
Als groentje in het groen realiseer ik me dat ik in mijn leven vele kansen voor verwondering heb gemist. Het moestuinseizoen is gestart dus wij zijn – voor de allereerste keer – in de weer met (voor)zaaien en uitplanten. Terwijl het zaad door mijn handen gaat realiseer ik me wat voor wonder daarin verscholen ligt. Zo’n piepklein zwart zaadje heeft de informatie in zich om een krop sla te worden, een iets groter groener zaadje is in potentie een doperwtenplant. Ineens is een hazelnoot, behalve lekker, ook een hazelaar in de dop (letterlijk en figuurlijk). Het doet me denken aan een anekdote die Kees Klomp vertelde tijdens de leergang Expeditie Leiderschap, die ik volgde. Hij vertelde: “Onze boeddhistische leraar hield ons een bloem voor en vroeg: wat zie je? Je denkt een bloem te zien. Hij wees ons op het feit dat er in die bloem een zaadje zit. Die bloem had nooit kunnen ontstaan zonder dat zaadje. Ben je het er dan ook mee eens dat er wind in deze bloem zit, vroeg hij. Want als het zaadje nooit vervoerd wordt kan het ook nooit een bloem worden. Dus zonder het zaadje, wind, aarde, water, mineralen, regenwater en warmte was er niets geweest. We keken dus niet naar een bloem, maar naar de tijdelijke manifestatie daarvan. Het hele universum heeft samengewerkt, maar het is een momentopname, want bloemen vergaan tot compost waaruit weer nieuwe bloemen ontstaan.”[1]
In de consumptiemaatschappij zijn we geneigd vooral van waarde te schatten wat we kunnen zien, vasthouden of meten. Hoe zouden we het handje studentenhaver of de salade ervaren als we door de boeddhistische bril kijken? Misschien verklaart het waarom eten uit eigen moestuin, voedselbos, van wildpluk of lokaal gekocht zoveel voedzamer voelt. Door deze bril kun je ook naar andere ‘ge- en verbruikswaar’ kijken. Kunstenaar Thomas Thwaites heeft eens geprobeerd om helemaal zelf een simpele broodrooster te maken. Het resultaat laat zien hoeveel groter de waarde is van onze spullen dan slechts de economische waarde. Het is de moeite waard om zijn verhaal te bekijken.
Wij hebben deze dagen een grote vaas op tafel staan waarin we de ontwikkeling van kikkerdril tot kikker(visje) kunnen volgen terwijl we ons broodje met maanzaad eten. Wat een wonder!
[1] Ook te lezen in zijn boek ‘De Betekeniseconomie’

